Bij zweefvliegwedstrijden gaat het er om een vooraf bepaalde afstand zo snel mogelijk af te leggen. Er zijn Regionale-, Nationale-, Europese- en Wereldkampioenschappen zweefvliegen.

In de eenvoudigste vorm (de zogeheten"Racing Task") moeten de vliegers langs twee of meerdere keerpunten in een bepaalde volgorde vliegen. De afstanden liggen daarbij tussen de 100 en 500 kilometer, afhankelijk van de weersomstandigheden. De winnaar is degene die het snelst weer op bij het beginpunt terug is. Tussen de keerpunten is de vlieger vrij om zijn route te kiezen.

Ook is de vlieger vrij om het moment van de start, binnen een opgegeven tijdvenster, zelf te bepalen. Voor de wedstrijd wordt de snelheid dus bepaald tussen het feitelijke moment van de start van de vlieger tot het tijdstip dat hij weer terug bij het vliegveld over de finishlijn gaat.
De opdracht wordt s'ochtend door de wedstrijdleiding bepaald aan de hand van de te verwachten weersomstandigheden.

Factoren waarmee de vlieger tijdens de vlucht rekening moet houden zijn oa: weersomstandigheden, vliegtechniek, ontwikkeling van het weer en vele taktische beslissingen.

Het bewijs dat alle keerpunten "gerond" zijn wordt vastgelegd met elektronische GPS loggers.

Er zijn ook andere opdrachtvormen, maar uiteindelijk is het voor de deelnemers zaak om een zo hoog mogelijke gemiddelde snelheid te behalen. Sommige wedstrijden duren (maar) een dag, sommige wedstrijden 2 weken. Uiteindelijk is degene die de meeste punten bij elkaar gesprokkeld heeft over alle dagen de winnaar.

Zweefvliegtuigen worden, afhankelijk van hun prestatiemogelijkheden, ingedeeld in verschillende wedstrijdklasses. Zo wordt de wedstrijd zo eerlijk mogelijk gehouden.

De meest voorkomende klasses zijn:

• clubklasse, de oudere generatie standaardklasse vliegtuigen: (LS1f, LS4, DG300, Cirrus, Jantar, ASW19 etc)
• standaardklasse, zweefvliegtuigen met een spanwijdte van 15m of kleiner zonder variabel vleugelprofiel (flaps): (Discus 2, ASW28, LS8)
• 15m klasse, zweefvliegtuigen met een spanwijdte van 15m of kleiner met variabel vleugelprofiel (flaps): (Ventus 2, ASW27, LS6, Diana 2)
• 18m klasse, zweefvliegtuigen met een spanwijdte van 18m of kleiner: (Ventus 2cx, ASG29, DG808, LS10)
• 20m 2-zitter klasse , zweefvliegtuigen met een spanwijdte van 20m en met 2 zitplaatsen: (Duo Discus, DG1000)
• open klasse, zweefvliegtuigen die niet in de andere klassen kunnen worden geplaatst (Nimbus 4(D), ASW22, ASH25, Eta)