Binnen onze vereniging verzorgen eigen instructeurs de vliegopleiding van de leden. Binnen de jaarcontributie van de Twentsche Zweefvlieg Club is deze vliegopleiding gratis. Voordat je solo mag vliegen, dus als enige inzittende een zweefvliegtuig mag besturen, wordt een elementaire vliegopleiding gegeven van 60 a 80 starts.

Dit aantal is met name afhankelijk van de tijd die je aan het zweefvliegen wil en kunt besteden. De opleiding gebeurt bij de Twentsche Zweefvlieg Club in tweezitters; vooral op de ASK-21 en als uitwijkmogelijkheid de Duo Discus XL(T). 
Na het opdoen van de nodige ervaring en het volgen van een voortgezette vliegopleiding is het mogelijk om het theorie en praktijkexamen te doen voor het behalen van het Sailplane Pilot License (SPL). 

Afhankelijk van je eigen inzet moet je hiervoor rekenen op een opleidingsduur tot de eerste solovlucht van een half jaar tot een jaar. Het duurt gemiddeld tussen de twee en drie jaar voordat je het praktijkexamen kunt afleggen voor het zweefvliegbewijs (SPL). 

Als je eenmaal het zweefvliegbewijs hebt gehaald en voldoende ervaring hebt opgedaan kun je zelf het zogenaamde overlandvliegen gaan beoefenen. Bij overlandvliegen maak je vluchten van grotere afstand, afhankelijk van het weer 300 kilometer of meer. Met regelmaat worden in Nederland vluchten van 500 kilometer tot zelfs 1000 kilometer op één dag gevlogen! Daarnaast kan je, met het zweefvliegbewijs op zak familie of vrienden meenemen.

Opleiding - details

De zweefvliegopleiding bestaat uit drie delen. EVO, VVO-1 en VVO-2.
Alle theoretische informatie met betrekking tot de opleiding is te vinden op deze website.

EVO

Je begint met de Elementaire VliegOpleiding (EVO). Dit is de opleiding van de eerste start tot de eerste solovlucht. Deze opleiding staat beschreven in het EVO boekje. Iedereen doet de zweefvliegopleiding in eigen tempo. De meeste zweefvliegers zijn het eerste jaar hoofdzakelijk bezig met de EVO-opleiding.

VVO-1

Wanneer je de eerste solovlucht gemaakt hebt, begint de voortgezette opleiding voor het zweefvliegen (VVO-1). De meeste zweefvliegers zijn hier het tweede jaar van hun zweefvliegopleiding mee bezig. De VVO-1 leidt op voor het praktijkexamen. Daarnaast moet je ook een theorie-examen doen.

VVO-2

Na het theoretische en praktische examen mag je overlandvluchten maken. Voor veel zweefvliegers is dit het mooiste onderdeel van de sport. De VVO-2 opleiding geeft je de basiskennis waarmee je deze overlandvluchten efficiënt en veilig kan uitvoeren.

SPL

Net als bij het rijbewijs moet je voor het zweefvliegbewijs (SPL, Sailplane Pilot License) een theorie- en een praktijkexamen doen.  De TZC verzorgt in de winterperiode een theoriecursus voor het SPL. Toch zul je het meeste via zelfstudie thuis moeten bestuderen.